Beweeg de muis (langzaam) over de kolommen van de MetaStatistiek om gegevens te lezen; klik om naar een positie in de gegevenslijst te springen ...
De schaal van het getelde dodental in Irak sinds de invasie van 2003 is op zijn minst in de tienduizendtallen en goed gefundeerde onderzoekingen schatten de directe en indirecte doden als gevolg van het voortdurend conflict in de honderdduizenden.

Wat ons bijblijft zijn enkel de ronde getallen, die - indien groot genoeg en vaak genoeg herhaald - tot een symbool worden, waarmee ze op den duur ook weer hun betekenis verliezen. Een getal op zichzelf is niet groot of klein. Enkel in vergelijking met andere getallen, andere tellingen, krijgt het proporties. Wie weet nog het algemeen gekende getal van de Holocaust - zes miljoen - te vergelijken met andere grote getallen van geweldsdoden, zoals die van de twee Wereldoorlogen (WWI vaak geschat op 15 en WWII op 30 à 40 miljoen, de getallen van de Tweede Wereldoorlog zijn inclusief Holocaust slachtoffers)?

Wat is het dat we tellen als het om grootschalig menselijk geweld gaat? Hoe wordt er geteld en met welk doel? Wie omheint het gebied, bepaalt de periode, onderscheidt de groeperingen en classificeert de gewelddaden; van het bij elkaar leggen van lijken en het opgraven van schedels tot het napluizen van administraties in ziekenhuizen, moratoria, en begraafplaatsen? Wat als die gegevens er niet zijn, of incompleet? Dan rest niets anders dan enquêtes, steekproeven en een systeem van methodische gissingen, waarbij ook burgerslachtoffers beter in beeld komen: het burgerslachtveld blijkt - nu ook weer bij Irak - vele malen dichter bezaaid dan het militaire ...

Het debat van de laatste drie jaar over de sterk verschillende dodencijfers in Irak zoals gebruikt door regeringen, internationale organisaties en ngo's, met name wat betreft de aantallen directe en indirecte burgerslachtoffers, is aanleiding voor dit kleine overzicht met grote getallen. Gevallen soldaten van reguliere legers mogen dan nauwkeurig geteld worden, als het gaat om hoeveel opstandelingen, terroristen of andere opposanten die uitgeschakeld zijn, dan ontbreken vaak betrouwbare cijfers. Verder zijn er nog de vergissingen, ongelukken, 'collateral damage' en 'friendly fire', die een meer dan marginaal aantal slachtoffers vragen. Nog onduidelijker wordt het als de negatieve effecten van oorlogs-, bezettingshandelingen, sancties en belegering in kaart gebracht moeten worden, terwijl juist hier de meeste doden geteld zouden kunnen worden. Een ieder die zich in de geschiedenis van oorlogsvoering en ander massaal menselijk geweld verdiept heeft weet dat maatschappelijke ontwrichting en de daarmee verband houdende honger en gebrek, vaak meer slachtoffers eist dan het gebruik van geavanceerde zware wapensystemen (niet dat deze laatsten niet de potentie zouden hebben om hele naties neer te maaien, maar zij worden vanuit militair-politiek oogpunt slechts in beperkte mate ingezet).


Cartoon van Jacob Burk in 'The Chicago-Sun Time'. zoals die staat naast de titelpagina van het boek "The Forgotten Victim: a history of the Civilian" gepubliceerd in 1982 door Richard Shelly Hartigan.

Getallen van aantallen slachtoffers, met name de dodentallen, zijn ook zelf een strijdmiddel en zo het uitkomt worden zij breed uitgemeten of verzwegen. Alle instanties, fracties en kampen betrokkenen bij een oorlog of ander gewelddadig conflict maken er gebruik van. Een groot - op gissingen berustend - getal wordt gretig gebruikt, zoals de 300 tot 400 duizend slachtoffers van het regiem van Saddam Hussein in een tweehonderdtal ontdekte massagraven, die Blair en Bush in hun redevoeringen in het jaar 2003 noemden (in november 2003 nam Blair dit getal weer terug, er bleken (nog) onvoldoende tastbare bewijzen voor zulke hoge aantallen te zijn). Het waren dezelfde staatslieden die zelf, of via hun woordvoerders, een ander groot getal naar het rijk der fabelen verwezen: meer dan 600 duizend extra sterfgevallen van Iraakse burgers na de invasie van Irak in 2003, merendeels als gevolg van geweld. Dit getal is de uitkomst van een gezamenlijk Amerikaans-Iraaks epidemiologisch onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de John Hopkins Bloomberg School of Public Health in . Een eerste versie van dit op systematische steekproeven gebaseerde onderzoek kwam uit in 2004 (100 duizend extra doden in de eerste 18 maanden na de invasie) en en het hiervoor aangehaalde getal is het resultaat van een herhaald onderzoek waarvan de resultaten in oktober 2006 uitkwamen (bekend als 'The Lancet' studie genoemd naar het toonaangevende Britse medische tijdschrift waarin het verscheen). Meer dan het tienvoudige aantal doden als gevolg van de oorlog , bezetting en 'gemeenschapsgeweld' (indachtig het begrip 'communal violence' in Zuid-Oost Azië) dan een ander vaak aangehaald permanent onderzoek naar Iraakse (burger) slachtoffers geeft: 'Iraq Body Count', dat haar gegevens via een voortdurend geactualiseerde web site verspreidt. Ten onrechte worden de resultaten van deze twee onderzoeken tegenover elkaar geplaatst, daar de gehanteerde uitgangspunten en methoden aanzienlijk verschillen. Iraq Body count baseert haar gegevens op meerdere vermeldingen van een gewelddadige gebeurtenis met een dodelijk gevolg in de pers, terwijl het 'Lancet' onderzoek gebaseerd is op een systeem van methodische steekproeven (1849 huishoudens werden bezocht) in combinatie met statistische vergelijkingen.

Tjebbe van Tijen 20 maart 2007

Verantwoording van de gebruikte methode
Deze selectie van gewelddadige historische momenten in het Midden Oosten is van mijn hand en is – hoe kan het ook anders -incompleet. Waar zijn al die andere vervolgingen van Armeniërs; waar zijn de massaal uit Turkije verdreven Grieken; hoort de kwestie van de Cyprioten er niet bij; er had wel wat meer aandacht kunnen zijn voor de Assyriërs; er zijn veel meer Koerdische opstanden dan hier genoemd en soms waren de Koerden meer dan alleen slachtoffer, ook daders... (zo'n rolomkering door omstandigheden komt ook elders vaak voor)r.

Dit alles en meer komt niet in mijn selectie voor. Wel heb ik geprobeerd over een langere periode (voornamenlijk de twintigste eeuw) en een beperkt gebied (het Midden-Oosten) een inzicht te krijgen in de maat en schaal van menselijk geweld. Het dagelijkse voorbijtrekken van nieuwe incidenten, nieuwe slachtoffers, de wassende stroom van journalistieke en historische beschouwingen, geven ons een zekere mate van inzicht, maar toch is het moeilijk zicht op de omvang van gewelddadigheid te krijgen omdat vergelijkingen over een wat langere periode en over een ruimer gebied nauwelijk gemaakt worden.

Grote hoeveelheden getallen, verspreid over pagina's, hoofdstukken, boeken, boekenkasten, bibliotheken, zwermend over je beeldscherm, zijn (althans voor mij) uiteindelijk verwarrend. Dat is de reden van mijn even onmogelijke als noodzakelijke oefening om op een simpele manier de bestaande geweldsstatistieken en de verschillen tussen de genoemde aantallen inzichtelijk te maken, gebruikmakend van de meest simpele vorm van beeldstatistiek. Zeker geen poging tot interessante vormgeving of tot geschiedschrijving (dat is een groot en moeilijk vakgebied).

Ik maak uitdrukkelijk geen keuze voor een bepaalde zeer hoge, conservatieve, of zeer lage schatting van geweldsdoden, maar maak een statistiek van (bestaande)statistieken: MetaStatistiek, waarbij inzicht in de orde van grootte, de schaal van geweld (tientallen, honderdtallen, duizendtallen, enzovoorts) en de factor (hoeveel 'zoveel-tallen') mij het meest interesseren. Wat verspreid is door de tijd onderling vergelijkbaar maken, ook een patroon proberen te ontdekken in de vaak grote verschillen in aantallen die door verschillende bronnen/auteurs genoemd worden.
welk gebied
Het gebied dat op het voorkomen van gebeurtenissen met massaal geweld onderzocht is: één van de mogelijke interpretaties van het begrip "Midden Oosten". Het voorkomen van massa-geweld in de direct aangrenzende gebieden/landen in de regio rondom Iraq is uitgangspunt geweest voor de keuze. De Armeense Genocide, de Iraanse Revolutie, de talloze oorlogen en conflicten met betrekking tot de Palestijnen en Israël zijn daar voorbeelden van. Ook zijn enkele minder bekende oorlogen en opstanden aan de zuidgrens van het Arabisch Schiereiland, zoals in Jemen en Oman, opgenomen omdat dezen de instabiliteit van de regio mede hebben bepaald.
welke gebeurtenissen
- Gewelddadige gebeurtenissen tussen mensen waarbij direct of indirect meer dan duizend doden gevallen zijn en die door meerdere bronnen als afzonderlijk te onderscheiden historische gebeurtenissen genoemd worden (zie verder bij soorten gewelddadigheden).
wat is er geteld
- Alle direct of indirect aan een extreem gewelddadige gebeurtenis of een reeks van gebeurtenissen toe te schrijven doden zonder onderscheid te maken tussen militaire of burger slachtoffers.
- Als toeschrijving ga ik uit van expliciet genoemde aantallen in gepubliceerde bronnen (boeken, periodieken, als ook digitale versies daarvan, plus web-sites, die om als bron te dienen steeds door mij (lokaal) gearchiveerd worden door het maken van een PDF bestand.
- "Alle" betekent ook dat geen onderscheid gemaakt is bij het al dan niet vermelden van 'een dode' tussen geslacht, nationaliteit, beroep of leeftijd. Iedere gedocumenteerde dode telt!
- Militairen, en daarmee ook met hen verwante historici, maken vaak onderscheid tussen 'Killed In Action' (KIA), 'Wounded In Action' (WIA) en 'Prisoners of War' (POW); de nadruk ligt hierbij vooral op heldhaftigheid en militaire eer, met als bijkomstig effect dat de dodentallen (voor het thuisfront) laag gehouden kunnen worden. Er zijn classificaties die ook de indirecte doden tellen zoals 'Died of Battle Wounds' (DOW) of de NAVO term 'Died of Wounds Received In Action' (DWRIA), met andere woorden militairen die net nog het hospitaal gehaald hebben en daar dan sterven. Al de getallen in deze categorie zijn bepaald door de korte termijn. Latere psychische en lichamelijke effecten van een extreem gewelddadige situatie die tot de dood leiden ontbreken vaak in de militaire statistieken.
- Het tellen van 'civiele slachtoffers' is een veel minder precies gedefinieerde zaak. Er zijn momenten in de geschiedenis geweest dat oorlogen op redelijk separaat gelegen slachtvelden door hierin gespecialiseerde legers werden uitgevochten, althans dat is het al te fraaie beeld dat wij aan schoolboekjes geschiedenis en historieplaten overgehouden hebben. De werkelijkheid is anders en wreed. Militairen plegen het onderscheid 'Cambodjaans' en 'non-combattants' te maken, met andere woorden de burger is en blijft een verdacht persoon en hij hoeft maar een verdachte beweging te maken om zijn status van te beschermen buitenstaander te verliezen. De burger kan vallen door onbedoeld geweld (colletaral damage), maar ook zijn beschermde status verliezen doordat zijn woon- of werkgebied tot tactisch of strategisch doel verklaard wordt (de brandtapijt bombardementen van de Tweede Wereldoorlog gelegd over Duitse en Japanse steden werden aangemerkt als 'economische doelen', die de militaire slagkracht van de vijand zouden verminderen. Verhult door de taal wordt de burger tot doelwit. Het gebruik van de burger als wapenschild - door welke partijen dan ook in een gewapend conflict - is een ander voorbeeld van de dodelijke gevaren die een burgerbevolking bedreigen (recent voorbeeld de gevechten in Zuid-Libanon met Israëlische;ische beschuldigingen aan het adres van de Hezbollah over het gebruiken van Libanese burgers als wapenschild). Evacuaties van hele bevolkingen uit steden, waarna al de overgeblevenen als legitiem militair doelwit beschouwd worden werd nog onlangs als methode gebruikt bij de aanval van de Coalitietropen op de Iraakse stad Fallujah in april 2004. (Er is sprake van 800 tot 1000 burgerslachtoffers van de 50.000 burgers die de stad niet tijdig wisten te verlaten; daarbij komt nog het probleem dat in het door de Coalitietropen genoemde aantal van 'opstandelingen' (insurgents) van 1.200 volgens anderen weer een groot aantal burgerslachtoffers verborgen zaten. Zie als voorbeeld een artikel voor Inter Press Service van Dahr Jamail van 16 november 2004.
- Nog moeilijker is het tellen van de indirecte burgerslachtoffers door honger, ondervoeding, gebrek aan drinkwater, hygiëne, en ander disfunctioneren van gangbare maatschappelijke diensten die het gevolg zijn van oorlogshandelingen of burgeroorlog-situaties. Alhoewel hier vaak het grootste aantal slachtoffers valt bleven deze tot voor kort buiten het gezichtsveld van het 'publiek op afstand'. Gelukkig komt hierin verandering en worden door met name gezondheidsorganisaties studies verricht en methodes ontwikkeld om deze doden in beeld te brengen. Betrokken militairen en politici hebben de neiging om de resultaten van dit soort epidemiologische en demografische studies in twijfel te trekken en soms worden door goed bedoelende vredesactivisten de onderzoeksgetallen wel heel hoog opgerekt, wat het debat over de burgerslachtoffers weer vertroebeld. In de MetaStatistiek heb ik als voorbeeld van zo'n debat en hoe ver de gebruikte aantallen indirecte doden uit elkaar kunnen liggen de 8 jaar durende sancties tegen Iraq van de Verenigde Naties gebruikt. Het gaat hier met name om overmatige kindersterfte en de door verschillende instanties en ngo's en actiegroepen genoemde getallen lopen van 270.000 tot 1 miljoen. [kolom 32]
- Militaire operaties leveren ook grote aantallen burgerslachtoffers op in hun nasleep, wat achterblijft op het slagveld, waar ondanks alles weer geleefd moet worden: landmijnen, niet geëxplodeerde munitie, chemische verontreiniging, radio-actieve straling, blijven gedurende v ele jaren na een oorlog of conflict slachtoffers eisen. Documentatie van slachtoffers van landmijnen via www.banminesusa.org (zij geven een beeld-statistiek voor 2004 261 Irakis en 895 Afghanis gedood of gewond door landmijnen)
- Guerrilla acties, terreur-aanslagen, ontvoering, gijzeling, liquidatie van tegenstanders, zich ontwikkelend van incidenten tot een structurele situatie van geweld (burgeroorlog) begint met name in het huidige Irak een belangrijke doodsoorzaak te worden.
aantallen
- Aantallen zijn steeds afgerond op duizendtallen.
- Gewelddadige gebeurtenissen met minder dan duizend dodelijke slachtoffers komen in dit statistisch overzicht niet voor, met dien verstande dat als er sprake is van meerdere schattingen het hoogste getal normgevend is.
- Omdat de statistiek uiterst grote verschillen in aantallen weergeeft van 'duizend' tot over een 'miljoen' en het uitgangspunt was dat de grafiek in zijn geheel binnen een standaard venster van een web-browser in één oogopslag zichtbaar diende te zijn, is de kleine eenheid van de kolommen in de staafdiagram een lijntje van 1 pixel hoog geworden, die een aantal van 1000 tot 5000 doden weergeeft.
- Verschillende aantallen, bijna altijd schattingen, zijn tot vier basisgroepen terug gebracht:1 - te laag (zoals het aantal slachtoffers van de Armeense Genocide in de weergave van huidige officiële Turkse bronnen; 2- conservatief, in vergelijking met andere hogere schattingen; 3- hoge schatting; 4- allerhoogste schatting die vaak betwist wordt.
- De zo compact mogelijk weergegeven aantallen in de 38 kolommen van het staafdiagram (Meta-Statistiek overzicht 1894-2007 Midden Oosten) zijn verder gedetailleerd in een lijst met bronnen op deze zelfde pagina. Daar staan ook summiere gegevens over herkomst of betekenis van van elkaar verschillende aantallen/schattingen. De 38 kolommen van het overzicht van de MetaStatistiek kunnen ieder afzonderlijk aangeklikt worden om naar de lijst met bronnen en details op deze zelfde pagina te springen (door middel van zogenaamde 'ankers') Deze ankers (herkenbaar aan het # teken achter het webadres/URL kunnen ook gebruikt worden om specifieke referenties naar deze web-pagina te maken.
soorten gewelddadigheden
- Ieder classificatie systeem is een reductie van complexiteit met als doel om niet de uniekheid van een voorwerp of situatie, maar juist de overeenkomst met andere voorwerpen of situaties te benadrukken. Voor mijn MetaStatistiek heb ik voor een systeem van 11 brede categorieën gekozen, waarbij iedere rubriek door een 'logogram' wordt gesymboliseerd (zie linkerkolom hier vlak boven): 1- strafactie; 2- guerrilla/terrorisme; 3- opstand; 4- staatsgreep; 5- burgeroorlog; 6-twee-staten-oorlog; 7- invasie/bezetting; 8- meer-staten-oorlog; 9- sancties/belegering; 10- genocide; 11- democide/staatsgeweld. Het laatste begrip democide komt van de Amerikaanse statisticus en 'atricitoloog' Rummel waarmee hij alle geweld van een staat tegen haar eigen burgers omvat.
- Een strafactie is een reactie op een opstand, maar het kan ook andersom zijn. Guerrilla en terrorisme kunnen elementen van een opstand zijn of dusdanig structureel worden dat er van een burgeroorlog gesproken kan worden. Een staatsgreep - direct ingrijpen op het centrum van de macht door een kleine groep - kan het gevolg zijn van een opstand of juist omgekeerd aanleiding vormen voor een opstand. Een oorlog tussen twee staten kan uitlopen op een internationaal conflict, zelfs tot een wereldoorlog. Invasie en bezetting kan ter ondersteuning van een opstand zijn, maar ook het omgekeerde is het geval. Sancties en belegering kunnen een middel zijn om een oorlog tot een einde te brengen, maar ook aanleiding tot een oorlog of machtsovername zijn. Genocide is een geplande vervolging en vernietiging op basis van geloof of etniciteit, maar het uitroeien van politieke tegenstanders valt al weer buiten deze definitie, alsmede die gevallen waarin niet of moeilijk te bewijzen valt dat er van voorbedachte rade sprake was (zoals de recente vrijspraak door het International Hof van den Haag van 'de Staat Servië' voor haar optreden in Bosnië en Kosovo tijdens de recente Balkan Oorlog). De sluitsteen van mijn classificatie systeem is dan ook het begrip 'democide' ook wel kort aan te duiden als 'staatsterreur'.
- Het mag duidelijk zijn dat 'gewelddadige gebeurtenissen' onderdeel van historische processen zijn waarbij in verloop van tijd een gebeurtenis van karakter veranderd. De Iraakse invasie en bezetting van Kuwait had de meer-staten-oorlog bekend als de Gulf War tot gevolg, die uiteindelijk het regiem van Saddam Hussein niet ten val bracht, waarop sancties van de Verenigde Naties voor Irak volgden, en ook lokale opstanden van Koerden in het Noorden en Sjiieten uit het zuiden uitgelokt werden. Om de onderdrukking van deze opstand van Saddam Hussein te belemmeren werd een internationale strafexpeditie met bombardmenten en no-fly zones ondernomen, waarna uiteindelijk door een invasie en bezetting van Irak door een internationale troepenmacht het regiem van Saddam Hussein ten val werd gebracht. Het machtsvacuüm dat Saddam Hussein naliet verhevigde de interne tegenstellingen waardoor guerrilla acties, terrorisme daden en plaatselijke opstanden dusdanig structureel werden dat nu zonder moeilijk te doen over een burgeroorlog in Irak gesproken kan worden, dit terwijl de internationale bezetting (hoe machteloos dan ook) eveneens doorgaat.
- De 38 gekozen gewelddadige gebeurtenissen passen dus vaak in meer dan één van de elf door mij gemaakte categorieën. Omdat het doel het geven van een simpel overzicht is, heb ik er voor gekozen iedere gebeurtenis slechts in één categorie te plaatsen en wel die categorie die uitdrukking geeft aan het initiële karakter van een (historische) gebeurtenis. Met het verstrijken van de tijd vind dan wel weer een opdeling in afzonderlijk te onderscheiden periodes plaats, zoals mogelijk 'Invasie en Bezetting door Coalitietroepen van Irak 2003-2006', gevolgd door een nog nieuw te bedenken periode en benaming, zoals 'Iraakse Burgeroorlog of misschien wordt het wel 'Iraakse Successieoorlog 2007-' en verder.
tijdsduur en hevigheid
- De tijdsduur van 'gewelddadige gebeurtenissen' is steeds aangegeven in periodes van minimaal 1 jaar. Vaak is de eigenlijke periode korter en rekent in dagen, weken of maanden, maar, weer uit oogpunt van vergelijkbaarheid en overzichtelijk, heb ik alles teruggebracht tot hele jaren. Dit om vergelijking op macro niveau van tot meer dan een decennium durende reeks van gebeurtenissen met kortdurende gebeurtenissen in hetzelfde perspectief te krijgen (de Zesdaagse Oorlog versus de 13 jaar durende Libanese Burgeroorlog van de zeventiger tot de negentiger jaren van de vorige eeuw). Ook moet in gedachte gehouden worden dat er steeds de 'aanloop naar', alsook de 'nasleep van' is.
- In de MetaStatistiek wordt de tijdsduur weergegeven door een grijze balk onder de rood tot roze kolommen met dodentallen. de lengte van deze naar onderen uitstekende balken wordt bepaald door het gegeven aantal jaren van een gebeurtenis (ieder jaar bestaat hier uit 12 pixel-lijnen, met een minimum lengte om het jaartal leesbaar in de balk te kunnen plaatsen).
- In de meer gedetailleerde (en becommentarieerde cijfers in de lange lijst op deze pagina) staan per gebeurtenis nogmaals de aantallen en tijdsduur boven elkaar als horizontale balken/thermometers. Het aantal jaren is weergegeven door een gelijk aantal gekleurde blokjes waardoor een inzicht gegeven wordt in de 'hevigheid', de mate van moorddadigheid van een bepaalde gebeurtenis. Het is gebruikelijk in vergelijkende slachtofferstatistieken om de 'hevigheid' een een percentage getal weer te geven. Ik heb daar niet voor gekozen omdat de vergelijking van hoeveelheden door middel van cijfers een abstract denkproces is en het mij beter lijkt om de intensiteit meer ruimtelijk uit te drukken. De nu gebruikte methode voor weergave van 'hevigheid' is wel simpel maar behoeft verbetering. Bestaat er zoiets als een standaard/schaal voor de hevigheid van menselijk geweld, het aantal dodelijlke slachtoffers in een bepaalde vaste tijdséénheid; misschien heeft Rummel dat al gemaakt ('de Schaal van Rummel')....
geraadpleegde bronnen
Clodfelter, Micheal (1946-) Warfare and armed conflicts : a statistical reference to casualty and other figures 1618-1991; 1996 editie in twee delen; 1414 pagina's; (NB deze editie staat in de Universiteits Bibliotheek Amsterdam, de nieuwere 2002 editie heb ik niet kunnen raadplegen, staat enkel bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Koninklijke Militaire Academie in Breda). Dit is voor de historische voorbeelden van vóór 1992 in de MetaStatistiek wel mijn belangrijkste bron.
Small, Melvin (1939-)/Singer, David (1929-) Resort to arms : international and civil wars, 1816-1980; with the collab. of Robert Bennett ... [et al.]. - Beverly Hills [etc.] : Sage, cop. 1982. - 372 p. : graf., tab. ; 23 cm Eerder verschenen o.d.t.: The wages of war, 1816-1965 : a statistical handbook. - New York : Wiley, 1972. Onder meer aanwezig bij de Universiteit van Amsterdam.
Matthew White () Death Tolls Man-made Megadeath Twentieth century (een van de beste web sites op het gebied van 'atrocitologie'; White geeft een uitgebreide lijst van al zijn bronnen en vermeldt bij ieder cijfer of verschillende cijfers zijn bronnen; het is een privé initiatief van een Amerikaanse bibliothecaris).
Rudolph Rummel (1932-) Freedom, Democide, War. Rummel is en specialist op het gebied van de statistiek van massageweld. Introduceerde een nieuwe term 'democide' die doden als gevolg van een bepaalde totalitaire regeringspolitiek omvat. Naast verschillende boeken over dit onderwerp gepubliceerde in de afgel.op;en decennia heeft Rummel ook zijn eigen web-site (), gehost door de Universiteit van Hawaii. Een mogeloijke Eeen relevante ingang is de overzichtspagina over 20ste eeuwse democide: "DEMOCIDE: MURDER BY GOVERNMENT. Governments have murdered hundreds of millions of their citizens and those under their control. The questions are, then, how is this democide defined, is genocide included, how many have been killed, how do we find this out, and what sources can be used?
Iraq Body Coun (IBC)t: Burgerslachtoffers in Iraq. In oorsprong een niet institutioneel Brits initiatief van Harmit Dardagan en John Sloboda geïnspireerd op het pionierswerk van Marc Herold (Professor of Economic Development, International Affairs and Women's Studies at the University of New Hampshire, USA) die in 2000-2002 begon de burgerslachtoffers in Afghanistan te tellen op basis van publieke (pers) bronnen. De dagelijks bijgehouden tellingen worden verzolrgd door een team van 16 mensen. IBC baseert de tellingen op publike, merendeels engelstalige bronnen; niet enkel uit de persberichten, maar ook gepubliceerde gegevens van ziekenhuizen, lijkenhuizen e.d.; een volledige beschrijving van hun methode is te vinden op hun website. IBC ontvangt ook de onoverkomenlijke kritiek op hun tellingen. Een Wikipedia pagina geeft een bruikbaar overzicht van de desicussie over 'over- en under-counting. Eén van de meest hardnekkige kritieken op IBC komt van een eveneens Britse groep, MediaLense die de IBC methode van meerdere publieke bronnen en de zelfcensiir van mainstream media, aanvoerdt als een sterk vertekenende factor die een veel te laag getal oplevert.
Iraq Coalition Casualty Count, een initiatief dat eerst vooral op de militaire slachtoffers van de Britten en de Amerikanen, maar haar aandachtgebied ook uitgebreid heeft naar de slachtoffers onder de huidige Irakse troepen en ook pogingen doet om enige indruk van Iraakse burgerslachtoffers te krijgen. Dit is hun korte statement over hun missie: "The goal of this website is to document coalition casualties for Operation Iraqi Freedom and Operation Enduring Freedom. We attempt to be up to date, precise, accurate and reliable. There are many other sites on the web that list information of Fatalities from Iraq, but few if any of them do this in an analytical fashion. We endeavor to provide not just a list of names but a resource detailing when, where and how fatalities occurred.
MIT/Bloomberg Mortality study; Lancet Reports
Brookings Institution Iraq Index
1- Ottomaanse pogroms Armeniërs 1894-1896
2 jaar
a
300.000
b
150.000
c
a Het getal van 300.000 wordt vaal genoemd op Armeense web-sites, alsook web-sites die de Islam bestrijden, vaak zonder dat er duidelijke bronnen voor dit aantal genoemd worden.
a Het getal is echter ook te vinden in goed gedocumenteerde recente genocide studies, zoals "Century of Genocide Critical Essays and Eyewitness Accounts: Eyewitness Accounts and Critical Views By Samuel Totten, William S Parsons, Israel W Charny", uitgekomen bij Routledge in 2004.
Via Google Boo Search (waarvoor je dient aan te melden om te kunnen inloggen) dit citaat:
"In 1894, at a time of increasing tension between the Armenian population and the Ottoman government, which also coincided with increased political activism by Armeninas and inadequate efforts at intervention by some of the European powers, the sultan unleashed his forces. Over the next three years, a series of massacres were staged throughout Armenia. Anywhere between 100,000 and 300,000 persons were killed, others were wounded, robbed, thrown out of their homes, or kidnapped. Many also fled the country (Bliss, 1982, pp. 368-501; Greene, 1896, pp185-242; Walker, 1980, pp.156-172). The Armenian massacres of 1894-1896 made headlines news around the world. They engendered international awareness of the plight of the Armenians, and their horrendous treatment by the sultan's regiments resulted in condemnation of the Ottoman system (Nassibian, 1984, pp. 33-57)." p.68
c
Clodfelter geeft een lager aantal van 50 tot 100.000 op basis van vermelding van slachtpartijen in 13 steden van Anatolië.
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol I; p370
Century of Genocide Critical Essays and Eyewitness Accounts: Eyewitness Accounts and Critical Views By Samuel Totten, William S Parsons, Israel W Charny, Inc NetLibrary; Routledge; 2004; p.68. Dit boek o.m. aanwezig bij de Universiteit van Amsterdam.
2- Wereld Oorlog I Mesopotamië 1914-1918
4 jaar
a
150.000
b
b
Clodfelter geeft dodentallen voor de Anglo-Indische troepen (34.643) maar geeft een wat vagere definitie van de Turkse slachtoffers ("killed, wounded, missing") aantal 140.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.751-52
3- Armeense Genocide 1915-1918
3 jaar
a
1.500.000
b
1.200.000
c
800.000
d
300.000
e
d
Clodfelter noemt een aantal van 500.00 enkel voor het jaar 1915
e 300.000 is het nu meestal door Turkse (regerings) bronnen gebruikte getal
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.749
4- Frans Syrische Oorlog 1920
1 jaar
5.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.627
Matthew White () Death Tolls Man-made Megadeath Twentieth century
5. Iraakse Opstand tegen Brits Gezag 1920
1 jaar
9.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.628-29
6. Libanon Druzen Oorlog 1924-1927
3 jaar
8.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.629-30
7. Arabische Opstand Palestina 1936-1939
3 jaar
5.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.631-32
8. Dersim Koerden Massacre 1937-1938
2 jaar
a
70.000
b
40.000
c
b Het hogere getal van 70.000 wordt in Koerdische kringen genoemd, onder meer op een web site "Kurdish Media": 1937-1938 – The Dersim Genocide, Approximately 40.000-70.000 of Kurdish Alawi (also known as Kizilbash) were killed and thousands were taken into exile. The Dersim Genocide was both continuation of the Kizilbash extermination of the Ottoman times and also an extermination of an ethnically distinct and separate people from Turks."
Aangezien deze specifieke pagina in zijn originele versie een 'error' geeft en er wel een archief-exemplaar van de pagina te vinden was in Google Cache, heb ik van die hele pagina een PDF archief gemaakt voor mogelijke latere referentie. Ik geef hier (voor zolang als die beschikbaar blijft een link naar Google Cache...
c 40.000 doden is het getal dat Matthew White aanhaalt op zijn webpagina"Death Tolls Man-made Megadeath Twentieth century", waarbij hij als bron geeft: David McDowall, A Modern History of the Kurds (1996). Dit boek is onder meer beschikbaar bij de Universiteit van Leiden.
Matthew White () Death Tolls Man-made Megadeath Twentieth century, directe link.
Kurdish Media/united kurdish voice: "the accpted genocide of Kurds in Turkey; Ocotber 26 2006 (via Google Cache)
9. Sovjet Unie Bezetting Azerbaijan 1945-1947
2 jaar
2.000
10. Israelische Onafhankelijksoorlog 1947-1949
2 jaar
21.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1032-36
11. Suez Crisis 1956
- 1 jaar
4.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1037-38
12. Irak Staatsgrepen 1959-1966
7 jaar
2.000
13. Koerdische Revolte Irak 1961-1970
9 jaar
105.000
12.000
14. Jemen Burgeroorlog 1962-1970
8 jaar
100.000
50.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1039-40
15. Dhofar Rebellie 1966-1976
10 jaar
10.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1040-41
16. Zesdaagse Oorlog 1967
- 1 jaar
19.000
5.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1041-46
17. Terrorisme Midden Oosten 1967-1970
3 jaar
3.000
2.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1046
18. Oorlog Egypte Israel 1967-1970 (War of Attrition)
3 jaar
11.000
6.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1047
19. Irak Politieke Zuiveringen 1968
1 jaar
2.000
20. Jordanië Zwarte September 1970-1971
2 jaar
3.000
2.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1050
21. Terroristen Oorlog 1970-1978
8 jaar
4.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1047-48
22. Yom Kippur Oorlog 1973
- 1 jaar
15.000
12.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1051-61
23. Libanon Burgeroorlog 1973-1990
13 jaar
a
162.000
b
150.000
c
a = Clodfellter gebruikt de term "Hostilities in Lebanon" en geeft als periode 1977-1990
c = Clodfelter geeft voor weer een ietsje andere periode (1975-1990) een aantal van 144.240 doden + 6.630 KIA (Killed In Action) militairen; ook geeft hij het aantal van 3.641 'car bombs' die 4386 mensen om het leven brengen.
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1062-65
24. Koerdische Rebellie Irak 1974-1975
2 jaar
20.000
17.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1061-62
25. Iraanse Revolutie 1978-1983
5 jaar
a
37.000
b
10.000
c
2.000
d
b Dit getal is inclusief een Koerdische Rebellie in het Noorden van Iran die in deze periode plaats vond met volgens Clodfelter 27.500 doden.
c Het getal van 10.000 wordt volgens Clodfelter gebruikt door vertegenwoordigers van de Islamitische Beweging. Onduidelijk blijft of in dit getal ook de doden als gevolg van de 'clashes' tussen Iraanse Marxistische Fedayeens en Islamitische militanten begrepen zijn; hier noemt Clodfelter een getal van 4.000 gedode Fedayeens.
d Dit lage geval dateert uit de beginperiode van de Revolutie en komt uit regeringskringen rond de Sjah.
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1066-68
26. Iran Irak Oorlog 1980-1988
8 jaar
a
1.500.000
b
1.000.000
c
600.000
d
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1069-73
27. Hamma Massacre Syrië 1982
1 jaar
15.000
10.000
28. Israel Invasie Libanon 1982
1 jaar
20.000
14.000
29. Zuid Jemen Burgeroorlog 1983-1984
2 jaar
13.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1077
30. Eerste Intifada 1987-1992
5 jaar
2.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1077-78
31. Golf Oorlog 1990-1991
2 jaar
151.000
100.000
27.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1078-86
32. VN Sancties Irak 1990-1998
8 jaar
1.000.000
400.000
270.000
33 Shia en Koerden Rebellie Irak 1991-1992
2 jaar
40.000
Clodfelter/Warfare and armed conflicts: a statistical reference to casualty and other figures (1992) Vol II; p.1086
34 Afstraffings-Bombardementen Irak 1998 (USA en allies)
1 jaar
2.000
1.000
35. Tweede Intifada 2002-2006
4 jaar >
5.000
3.000
36. Bezetting Irak Coalitietroepen 2003-2007 (en daarop volgend geweld)
4 jaar >
a
700.000
b
200.000
c
70.000
d
37. Aantallen doden in massagraven in Irak als gevolg van regiem Saddam Hussein zoals geclaimd Bush & Blair voor de periode 2003 > 1968
< 35 jaar
a
400.000
b
300.000
c
290.000
d
b Hoogste getal gebruikt door Coalitie regeringswoordvoeders in 2003 en 2004, o.m. te vinden in "Iraq mass graves report CPA (Coalition Provisional Authority)", met dit openingscitaat van Andrew Natsios, Administrator U.S. Agency for International Development: "Those who survived inside Iraq, and those who watched helplessly from abroad, have joined together to begin the long, painful process of accounting for the dead. British Prime Minister Tony Blair said on November 20, 2003, that as many as 400,000 Iraqis lie in these mass graves. They are Kurds, killed because of their ethnicity. They are Shiites, killed because of their religion. They are Sunnis, killed for their political views. They are Egyptians, Kuwaitis, and Iranians, killed because their lives meant nothing to Saddam Hussein, his sons, and their followers. Above all, if people in Iraq and around the world hope to learn from the crimes of the past, the mass graves of Iraq must be documented, reported, and never forgotten or denied. This booklet is a small, early marker on that path.
b PM admits graves claim 'untrue'
Peter Beaumont, foreign affairs editor
Sunday July 18, 2004
The Observer
Downing Street has admitted to The Observer that repeated claims by Tony Blair that '400,000 bodies had been found in Iraqi mass graves' is untrue, and only about 5,000 corpses have so far been uncovered.
The claims by Blair in November and December of last year, were given widespread credence, quoted by MPs and widely published, including in the introduction to a US government pamphlet on Iraq's mass graves.
In that publication - Iraq's Legacy of Terror: Mass Graves produced by USAID, the US government aid distribution agency, Blair is quoted from 20 November last year: 'We've already discovered, just so far, the remains of 400,000 people in mass graves.'
c Een iets lager getal dat in dezelfde periode 2003-2004 circuleerde in de pers, waarschijnlijk ontleend aan het hieronder aangehaalde Human Rights Watch bericht van mei 2003.
d 290.00 is het getal gebruikt in een Human Rights Watch bericht van 14 mei 2003 dat waarschijnlijk als basis diende voor de massagraven claims van Bush en Blair. Het Observer artikel van 18 juli 2004 leght uit: "It comes amid inflation from an estimate by Human Rights Watch in May 2003 of 290,000 'missing' to the latest claims by the Iraqi Prime Minister, Iyad Allawi, that one million are missing. At the heart of the questions are the numbers so far identified in Iraq's graves. Of 270 suspected grave sites identified in the last year, 55 have now been examined, revealing, according to the best estimates that The Observer has been able to obtain, around 5,000 bodies. Forensic examination of grave sites has been hampered by lack of security in Iraq, amid widespread complaints by human rights organisations that until recently the graves have not been secured and protected.."
d Peter Bouckaert, senior emergencies researcher van Human Rights Watch wordt in een nieuwsbericht aangehaald, hij spreekt niet letterlijk over aantallen doden in massagraven maar over "missende" personen: "“By conservative estimates, at least 290,000 people are missing in Iraq, and the answer to their whereabouts likely lies in these graves,” said Bouckaert. “The U.S.-led coalition must take the lead, not only in securing gravesites, but quickly communicating its commitment to exhume and identify the remains.”  
Iraq mass graves report CPA (Coalition Provisional Authority) January 2004 Iraq's legacy of terror: Mass Graves USAID (US Agency for International Development); January 2004. Het rapport kan in PDF formaat gedownload worden van de CPA web-site, klik icoon links ...
The Observer Sunday July 18 2004:"PM admits graves claim 'untrue'"
Human Rights News, web-pagina van 14 mei 2003, zoals geciteerd onder (c); staat nog steeds on-line. Ik heb inmiddels een PDF archief file van deze pagina gemaakt als documentatie van dit "misverstand" op hoog niveau.
38. Israel Gaza Libanon Oorlog 2006
-1 jaar
a
2.100
b
1.600
c
1.205
d
a Dit conflict gedurende de maanden juli en augustus 2006, duurde vijftig dagen en wordt soms ook wel 'Summer War' genoemd.
b Dit hoogste getal is gebaseerd op het hoogste getal van Lebanese burgerslachtoffers (1.183) + de calim van gedode Hezbollah strijders van het Israelische Ministerie van Defensie (530) + het vijftigtal buitenlanders gedood in Libanon en de hoogste genoemde cijfers van Palestijnse(200) en Israelische (161) doden.
c Hetzelfde als onder b) genoemd, maar zonder de Israelische claim van gedode Hezbollah strijders.
d Gebaseerd op de laagste schatting van hert aantal Libanese doden 845 + de laagste schattingen van Palestijnse (184) en Israelische (159) dodelijke slachtoffers + buitenlandse doden in Libanon.
" Mapping Human Violence: example Middle East conflict July-August 2006: Palestine - Israel - Lebanon a web project by Tjebbe van Tijen/Imaginary Museum Projects (4th. draft 26/08/06)